Vietnamese oorlog tussen Amerika en Vietkong
2 augustus 1964
Wij hebben vandaag een torpedobootjager van de Amerikanen aangevallen. Deze aanval heeft vrijwel niks opgeleverd. De boot is nauwlijks schade opgelopen. Het lijkt alsof deze oorlog niet te winnen is. Niet voor ons, de Vietkong, maar ook niet voor de Amerikanen. Ik lig soms uren in een gat te wachten, wachten en wachten. Om de tijd te doden schrijf ik, ik schrijf in een boekje, dit boekje, in de hoop dat iemand mij ooit zal herrineren en zal zien hoe deze oorlog was en hoe de soldaten waren.
De uren dat ik in het gat lig denk ik voordurend. De Amerikanen zullen ooit moeten opgeven. Wij beschermen alleen ons thuisland, de Amerikanen kunnen nog terug gaan. Ik ga maar eens kijken hoe het boven is.
Ik ben het gat weer ingekropen. Er zijn nog geen Amerikanen. Nergens is beweging te zien. Het is koud, het is donker en ik kan maar net zien wat ik schrijf in het maanlicht. De Amerikanen zullen wel feesten, of in bedden liggen, ze zullen wel kampen hebben opgezet. Ze zullen wel weer plannen wanneer ze de volgende naadpalm bommen op ons gaan gooien. En wat doe ik, ik lig in een hol. Terwijl de Amerikaanse soldaten comfortabel liggen lig ik in een hol. Maar ik zal doorgaan, ik zal strijden voor mijn land en de Vietkong.

Maak jouw eigen website met JouwWeb